Door Joke van der Zee
Bloemendaal – Khaled Osman (42) kwam in 2015 naar Nederland. De geboren Syriër was als journalist zijn leven niet zeker in zijn land dat verscheurd is door oorlog. Nog altijd is het Zuidwest-Aziatische land, ingeklemd tussen Turkije, Irak en Libanon, voor velen niet veilig. Zeker niet wanneer je er vrijelijk over wilt schrijven. Laat staan kritisch. Khaled, inmiddels Nederlands staatburger, liet alles achter en vluchtte. “Blijven betekende vóór de machthebbers schrijven of represailles tegemoetzien, of erger”, vertelt Khaled. Hij hield nooit op met schrijven en doet dat voor een aantal Arabische websites.
In Syrië werkte hij destijds tien jaar als verslaggever voor nieuwszender (TV) en maakte hij films en documentaires. “Wij hadden geluk, we werkten ook hard.” Khaled woonde met zijn vrouw (die tandarts is) en twee kinderen in hoofdstad Damascus. Een mooie stad, een van de oudste ter wereld. Toch heeft de oud-inwoner geen spijt dat hij niet terug kan keren. Het is niet veilig (“en niet meer het Syrië dat ik ken”). In ons land ervaart Khaled een gevoel dat hem vreemd was: je vrij kunnen uitspreken en je vrij kunnen bewegen. Een land waar je je via studie en een grote dosis doorzettingsvermogen mee kunt doen aan de maatschappij.
Dat is tenminste wat Khaled deed.
Als vertaler aan de slag
Lezers van de Heemsteder kennen hem misschien nog wel van zijn column, in 2017. “Ingrid van de Kasteele van Vluchtelingenplatform Heemstede introduceerde mij bij de lokale krant”, aldus Khaled. Als journalist observeerde hij zijn nieuwe thuisbasis en schreef over alles dat nieuw voor hem was: de bollenvelden, de vele fietsers, Nederlandse gebruiken en feestdagen en natuurlijk gaf hij een kijkje in zijn achtergrond, de Syrische cultuur. Khaled leverde de teksten elke week trouw aan in het Engels, die de redactie vertaalde. “Dat hoeft nu niet meer”, lacht Khaled, en inderdaad is hij het Nederlands uitstekend machtig.
De voormalig vluchteling is heel dankbaar voor de opvang en de hulp die hij kreeg toen hij net hier was maar wilde boven alles zelfstandig en onafhankelijk zijn. Hij kreeg een woning toegewezen in Bennebroek waar hij zich later samen met zijn vrouw Abeer en zijn dochters Maria en Sara vestigde. Vooral zijn kinderen vonden meteen aansluiting. “Kinderen leren de taal makkelijk, het is hier voor hen heerlijk. Ze kunnen veilig spelen en de school is dichtbij.” Khaled en zijn vrouw begonnen meteen met studeren want naast de Nederlandse taal zijn hier vaak ook andere diploma’s nodig. “Mijn vrouw werkt nu als tandarts”, vertelt Khaled trots. Hij geeft aan dat het fijn voelt dat zij nu zelf kunnen rondkomen. Zelf schrijft hij maar wil het liefst ook als vertaler en tolk aan de slag.
‘Elkaar als gelijk zien’
Hij zet zich ook in als vrijwilliger bij ‘BeterBuren’. Een project dat bemiddelt als er conflicten zijn tussen buren. “Meestal is de eerste stap contact leggen. Je ziet dat als nieuwkomers dat niet doen er eerder een conflict ontstaat. Er is bijvoorbeeld onbegrip omdat mensen aan een andere cultuur moeten wennen. Onze kinderen zijn vaak later op of spelen dan nog buiten. Of we ontvangen veel gasten en dat wordt als overlast ervaren.” Khaled is er wel heel duidelijk over: “Nieuwkomers én Nederlanders zouden veel opener naar elkaar toe moeten zijn. Daar begint het. En uiteraard moeten nieuwkomers zich aanpassen aan hun nieuwe omgeving maar Nederlanders zouden hen ook anders kunnen bejegenen.” Khaled ervaart hier weinig tot geen negatieve reacties. “Wij hebben hier vrienden gemaakt. Aan de andere kant zie ik soms aan iemands ogen wat hij voelt als hij mij ziet en dat is niet altijd leuk. Ik hoop dat mensen – hoe goedbedoeld ook – ons uiteindelijk als gelijke zien, als Nederlander, niet als vluchteling.”
Fotobijschrift: Khaled, de Nederlandse krant lezend, in de Bibliotheek van Bennebroek. Foto: Joke van der Zee.