Door Bart Jonker
Heemstede – Een wandeling kan dikwijls iets verrassend moois opleveren. In de tuin van de Oude Kerk bijvoorbeeld. Aan de kant van de Achterweg troffen we in vol ornaat fraai bloeiende stinsenplanten met blauwe stervormige bloemen aan. Het gaat in dit geval om de overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens, ook wel Anchusa sempervirens genoemd). De plant stond vroeger wel als de groene ossentong te boek. De ossentong kan 30 tot 70 cm hoog worden en is lid van de familie Boraginaceae, de ruwbladigen. Dit voel je ook wel aan de puntige, lancetvormige bladeren. Niet alleen wij genoten van deze fraaie compositie van Moeder Natuur, ook kwamen er hordes bijen op de nectar van deze bloemen af, die af- en aanvlogen.
Stinsenplanten zijn van elders
Toch is de overblijvende ossentong van oorsprong geen inheemse plant, zoals voor stinsenplanten in het algemeen geldt. Stinsenplanten werden van elders ingevoerd en werden als exclusiviteit geplant op buitenplaatsen, landgoederen, landerijen en boerenhoeven. Vele stinsenplanten zijn verwilderd: kijk maar eens bijvoorbeeld op buitenplaats Leyduin. Ook de overblijvende ossentong is een vaste stinsenplant die als sierplant voor tuinen wordt gekweekt. De leefgebieden van de plant zijn oorspronkelijk Zuidwest Europa en Turkije. In Nederland is in het wild de ossentong vrij zeldzaam, hoewel deze in een tuin aardig kan verwilderen en uitzaaien. De bloeitijd kan tot september duren. De plant is winterhard (zelfs tot -25 graden Celsius) en verlangt humusrijke grond. Eigenlijk is de overblijvende ossentong een bosplant en voelt zich daarom het meest thuis in een schaduwrijk gedeelte van uw tuin, nabij bomen, heesters en struiken.
Foto: Bloeiende overblijvende ossentong (Pentaglottis sempervirens) achter de Oude Kerk. Foto: Bart Jonker.