‘Dumont 1902-1930. Markante architectuur en stedenbouw in Haarlem’, heet de tentoonstelling die van 28 april tot en met 30 september 2017 te zien is in de Hoofdwacht aan de Grote Markt. Markant, omdat Dumont een geheel eigen gezicht heeft gegeven aan de stadsuitbreidingen van Haarlem aan het begin van de twintigste eeuw. Zijn werk aan de stad doet niet onder voor wat zijn tijdgenoten Dudok voor de gemeente Hilversum en Berlage voor Amsterdam hebben betekend. De tentoonstelling is daarom vooral ook een postuum eerbetoon aan deze bijzondere stedenbouwkundige.
Lange tijd is Dumont in de vergetelheid geraakt. Deze tentoonstelling markeert dan ook een herontdekking van het werk van Dumont, waarvan veel – tegenwoordig zelfs ook als monument – bewaard is gebleven. Aan de hand van tal van foto’s en kaartenmateriaal wordt duidelijk dat Dumont een vooraanstaande rol in de stedenbouw en architectuur van de stad heeft gespeeld.
In Haarlem geeft directeur Openbare Werken Dumont bijna dertig jaar leiding aan de bouwkundige ontwikkeling van de stad. De tentoonstelling toont hoe Haarlem in de periode 1902-1930 steeds meer een moderne stad wordt. Foto’s van toen en nu tonen tal van stadsuitbreidingen en hoe de inrichting en het gebruik van de straat in de loop van de tijd is veranderd.
Wat de bouwkundige inrichting van de door Dumont ontworpen stadswijken betreft, blijkt vaak vooral de continuïteit in het stadsbeeld. Heel bijzonder in dit opzicht is de speciale aandacht op de tentoonstelling voor het Hof van Egmond en omgeving in de Slachthuisbuurt. Door de sterke beeldkwaliteit vormen de 154 arbeiderswoningen en vier winkelhuizen een hoogtepunt uit de vroeg twintigste eeuwse sociale woningbouw in Haarlem. De in 1924-1926 voor gemeenteambtenaren gebouwde arbeiderswoningen, met tegenwoordig gemeentelijke monumentenstatus, worden momenteel gerenoveerd.
In het Raaksgebied ontwerpt Dumont in de toen populaire historiserende stijlen de inmiddels gesloopte HBS-A (1912) en de als wooncomplex herbestemde HBS-B (1907). De voormalige HBS-B is nu onderdeel van een gedeeltelijk nieuwe invulling van het Raaksgebied met een gecombineerd woon- en uitgaansgebied.
Tevens wordt op de tentoonstelling ruime aandacht besteed aan de bijzondere, kubische bouwstijl van de Dienst Openbare Werken in de jaren twintig.
De bouw van het kubische openluchtzwembad De Houtvaart is door de in 1928 in Amsterdam plaatsvindende Olympische Spelen een prestigeproject van de gemeente Haarlem. Kosten hebben dan ook geen rol gespeeld. Olympische zwemmers, zoals de wereldberoemde zwemkampioen en Amerikaan Johnny Weissmuller, komen in De Houtvaart trainen. De Houtvaart is volgens velen bij de oplevering in 1927 het modernste zwembad in Nederland. Maar in die tijd zwemmen mannen en vrouwen er aanvankelijk nog wel gescheiden. In 1999 wordt het ernstig verwaarloosde zwembad rijksmonument en volgt groen sein voor renovatie.
Voor deze expositie bent u op vrijdag, zaterdag en zondag van 13.00 tot 17.00 uur welkom op de eerste etage in de Hoofdwacht op de hoek van de Grote Markt nr. 17 met de Smedestraat. Als onderdeel van de tentoonstelling organiseert de Historische Vereniging Haerlem ook een aantal wandel- en fietstochten door de Patrimoniumbuurt, de Slachthuisbuurt en het Hof van Egmond. Meer informatie hierover vindt u in de Hoofdwacht.