Tien diersoorten die veel schade veroorzaken mogen, onder voorwaarden, zonder ontheffing bestreden worden in Noord-Holland. Het gaat om houtduif, konijn, kauw, vos, zwarte kraai, ekster, gaai, knobbelzwaan, meerkoet en de spreeuw. De provincie Noord-Holland beschermt alle in het wild voorkomende planten en dieren. Slechts in uitzonderlijke gevallen en onder strikte voorwaarden wordt deze bescherming opgeheven.
De Wet Natuurbescherming staat toe dat dieren weggejaagd mogen worden van de plek waar ze schade veroorzaken. Daarvoor is toestemming nodig van de provincie. Voordat de provincie die toestemming geeft, moet de noodzaak aangetoond worden en moet duidelijk zijn waar, wanneer en op welke manier de dieren weggejaagd worden. Wanneer een bepaalde diersoort in het hele land of in de hele provincie voor overlast zorgt, kan het Rijk of de provincie bestrijding, ter voorkoming van schade, ook toestaan zonder dat daar iedere keer een ontheffing voor nodig is. Dit zijn de zogenaamde ‘vrijgestelde soorten’. Ook voor de bestrijding van deze soorten is een zorgvuldige onderbouwing nodig.
In het Faunabeheerplan Algemene Soorten 2017 – 2024 van de Faunabeheereenheid, is die onderbouwing opgenomen voor elf vrijgestelde soorten. Het gaat daarbij om houtduif, konijn, kauw, vos, zwarte kraai, ekster, gaai, knobbelzwaan, meerkoet, spreeuw en wilde eend. De provincie heeft het plan getoetst aan de wet en aan de aanvullende eisen die de provincie stelt. Voor tien soorten is het plan goedgekeurd, soms met een kleine aanpassing. Voor wilde eend vinden Gedeputeerde Staten de onderbouwing nog onvoldoende en is aan de Faunabeheereenheid Noord-Holland gevraagd om extra informatie te leveren.
Naast bovengenoemde vrijgestelde soorten, gaat het Faunabeheerplan Algemene Soorten 2017 – 2024 ook in op het beheer van fazant, haas, smient en nijlgans. Het volledige plan staat op de website van de Faunabeheereenheid Noord-Holland.
In de Faunabeheereenheid zijn alle partijen verenigd die met de uitvoering van natuur- en faunabeheer te maken hebben: agrariërs, particuliere grondeigenaren, terreinbeherende organisaties en verenigingen van jagers.