Door Bart Jonker
Detroit 1959. Berry Gordy, een Afro-Amerikaanse songwriter en een man vol idealen en ideeën, richt op die bewuste 12de januari van dat jaar een platenlabel op. Met een lening van 800 dollar op zak verstrekt door zijn familie.
Detroit is de bakermat van de Amerikaanse auto-industrie, beter bekend als ‘Motor Town’. Uit eerbetoon voor de stad Detroit, waar zijn wortels liggen, trekt Gordy de naam Motor Town samen tot Motown, de nieuwe naam voor zijn platenlabel. Gordy ziet in de naam Motown alles waar Detroit voor staat, de soulvolle mensen in de stad waar hij opgroeide. Niet wetende dat zijn platenlabel een onuitwisbare stempel zou gaan drukken. Motown werd het succesverhaal van de twintigste eeuw, met een geheel eigen soulgeluid en een muziekstijl die de wereld veroverde, etnische verschillen overbrugde en mensen verenigde. Wereldwijd werd Motown het muzikale successymbool van kracht, verbroedering, culturele verandering en onderdeel van de Amerikaanse droom. Nu 62 jaar later, schrijft het platenlabel 180 nummer 1-hits wereldwijd op zijn conto, van pop tot hiphop, waarvan de invloed tot op de dag van vandaag voelbaar is. Met een indrukwekkende lijst van artiesten, aangevoerd door: Diana Ross & the Supremes, Marvin Gaye, Gladys Knight and the Pips, Michael Jackson & the Jackson 5, Stevie Wonder, The Temptations, Smokey Robinson & The Miracles, the Four Tops, Lionel Richie & the Commodores en nog vele anderen. Enkele Motown-artiesten belichten we hier.
Diana Ross & the Supremes
Een van de succesvolste boegbeelden van Motown waren Diana Ross & the Supremes, die aanvankelijk The Supremes heetten. The Supremes begonnen rond 1959 als kwartet met de naam The Primettes. Met oprichtster Florence Ballard , Mary Wilson, Betty McGlown en Diana Ross, allen opgegroeid in Detroit. Tijdens deze periode zongen de dames meestal in clubs en op talentenjachten. Diana Ross vroeg aan haar vroegere buurjongen Smokey Robinson (ook uit Gordy’s artiestenstal) of de groep auditie mocht doen bij Motown. Berry Gordy vond de dames toen nog te jong en liet ze achtergrondzang doen en klappen voor onder meer Marvin Gaye en Mary Wells. Uiteindelijk kregen ze in 1961 een contract en de naam The Primettes werd veranderd in The Supremes. Aanvankelijk bleef succes uit. In 1963 gingen the Supremes als trio verder, bestaande uit Ballard, Wilson en Ross. In 1964 kregen zij het nummer ‘Where did our love go’ toebedeeld, dat geweigerd was door The Marvelettes. Diana Ross werd toen de leadzangeres. De grootste successen behaalde de groep in de jaren 1964-1969. Het op de voorgrond plaatsen van Diana Ross door Berry Gordy (ze hadden een relatie met elkaar) zorgde voor wrijving met de andere zangeressen. Diana Ross verliet de groep voor een succesvolle solocarrière in 1970. De groep The Supremes zelf bleef in verschillende samenstellingen bestaan tot in 1977, maar grote successen bleven verder uit.
Marvin Gaye
Marvin Gaye was een domineeszoon. Hij was getrouwd met Anna, de zuster van platenbaas Berry Gordy. Hij had zijn eerste hit in 1962 met ‘Stubborn Kind of Fellow’. Gaye groeide in de jaren 60 uit tot de populairste zanger uit de Motown-stal, met vele solo-hits als ‘I heard it through the grapevine’ en ‘Abraham, Martin and John’. Daarnaast nam hij succesvolle duetten op met enkele zangeressen van het Motown- label, te weten Mary Wells en Kim Weston (‘It takes two’). Met zowel Mary Wells als Kim Weston boterde het echter niet zo. Marvin Gaye werd daarom gekoppeld aan de jonge zangeres Tammi Terrell (‘Ain’t no mountain high enough’ en ‘You’re all I need to get by’), waarmee hij een broer/zus relatie had. Tammi Terrell overleed echter op het hoogtepunt van hun roem in 1970 aan de gevolgen van een hersentumor, waardoor de samenwerking abrupt eindigde. Marvin Gaye is de dood van Tammi Terrell nooit helemaal te boven gekomen. Een turbulente periode van drugs, overspel en wisselend succes volgde gedurende de jaren 70. In 1982 scoorde hij weer wereldwijd een grote hit met ‘Sexual healing’. Marvin Gaye werd in 1984 na een knallende ruzie door zijn vader doodgeschoten.
Wat is het geheim van Motown?
Het succes zat niet alleen in de artiesten, maar zat enerzijds vooral in de vastberadenheid, de durf en de gedrevenheid van platenbaas Berry Gordy zelf, thans 91 jaar. Als voormalig arbeider aan de lopende band was hij verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole in de Lincoln-Mercury autofabriek. Zijn oog voor kwaliteit implementeerde hij in zijn eigen platenmaatschappij, de drijfveer voor het grote succes van Motown. Zelf zei hij ooit daarover: “Iedere dag zag ik hoe van een metalen frame aan de ene kant een spiksplinternieuwe auto aan de andere kant van de band rolde. Ik dacht: ‘Wat een goed idee!’ Die lijn moet ik aanhouden in het maken van mijn muziek.”
Daarnaast liggen ijzersterke songwriters ten grondslag aan het Motown-succes. Berry Gordy wist al snel zeer succesvolle songwriters aan zijn label te binden, zoals het trio Brian Holland/Lamont Dozier/Eddie Holland. Dit songwriterstrio schreef onder meer grote hits voor Diana Ross & The Supremes als “Where did our love go’, ‘Baby Love’, ‘You can’t hurry love’, ‘Stop: in the name of love’ en ‘You Keep Me Hangin’on’. Voor onder meer de doorbraak van the Four tops schreven zij de hit ‘I’ll be there’. Ook Smokey Robinson, die samen optrad met zijn groep “The Miracles’, was een verdienstelijk songwriter voor Motown. In 1966 tekende het jonge talentvolle componistenechtpaar Nikolas Ashford en Valerie Simpson tevens bij Motown. Zij zijn verantwoordelijk voor vele klassieke Motown-hits als ‘Ain’t no mountain high enough’ (aanvankelijk uitgevoerd als duet door Tammi Terrell en Marvin Gaye, later solo uitgevoerd door Diana Ross) ‘You’re All I Need to Get By’ (Tammi Terrell & Marvin Gaye). Voor Diana Ross componeerden zij o.a. ‘Reach out and touch’ en ‘The boss’. Zelf hadden Ashford & Simpson een grote hit met ‘Solid’ in 1984. Nikolas Ashford overleed in 2011. Al deze songwriters zorgden er voortdurend voor dat er kwalitatief sterke songs ‘van de lopende Motown-band rolden’ en grote hits werden.
(Diverse bronnen: o.a. The Motown Museum, foto’s: Big Stock, foto Supremes van CD-cover, foto Tammi Terrell en Marvin Gay uit video ‘Ain’t no mountain high enough’).




