Door Bart Jonker
Heemstede – Wederom rees onze verbazing tweemaal: een keer op buitenplaats Leyduin en een keer in onze tuin, waar we hoog bezoek kregen van een parelmoervlindersoort: de fraaie keizersmantel (Argynnis paphia). Deze relatief grote vlinder bleef lang genoeg poseren op twee plekken in de tuin van de redacteur, zodat we twee uitstekende foto’s konden maken en we de soort makkelijk konden determineren. Alsof hij ervoor ging zitten, want het gaat daadwerkelijk om een ‘hij’: een mannelijke keizersmantel. Waarom? Het mannetje heeft bovenaan de vleugels zogenaamde androconiënstrepen, waar het vrouwtje een zwaarder vlekken- en stippenpatroon vertoont. Deze kenmerkende ‘mannelijke’ strepen zijn duidelijk op de foto’s te zien.
Lastig van elkaar te onderscheiden
De keizersmantel behoort tot de fraaie groep van parelmoervlinders. Tot de bekendste parelmoervlinders in Nederland behoren dus de keizersmantel (de grootste) en de iets kleinere grote parelmoervlinder (Argynnis adippe), waarvan het vrouwtje donkerder is dan het mannetje. Tevens is er nog de kleine parelmoervlinder (Argynnis lathonia), die kleiner is en vrij langwerpige vleugels heeft met regelmatige zwarte vlekken in een vosrode kleur. De kleine parelmoervlinder is een vlinder die zowel inheems als immigrant in duingebieden van ons land vertoeft. Daarnaast bestaan er nog kleinere en echt heel zeldzame soorten, zoals de zilveren maan (Agynnis selen), zilveren vlek (Argynnis euphrosyne), de vlekvlinder (Melitaea athalia) en de deliavlinder (Melitaea cinxia). Het is soms vrij lastig om de soorten van elkaar te onderscheiden, zeker als ze vliegen.
Terug van weggeweest
Wij hadden geluk met ‘onze’ keizersmantel. Volgens de Vlinderstichting was de keizersmantel in 1980 officieel uit ons land verdwenen en kwam die af en toe terug als ‘zwerver’, vooral in grensgebieden met de Ardennen en de Eiffel. Dat klopt, want de laatste keer dat wij een keizersmantel aantroffen was in de Belgische Ardennen.
Sinds 2005 werd de keizersmantel echter steeds vaker op dezelfde plaatsen waargenomen, in onder meer Zuid-Limburg, de Achterhoek en de duinen. Dit duidde op voortplanting van de vlinder. Daarna werd hij steeds vaker elders waargenomen, zodat de keizersmantel sinds 2015 weer tot de standvlinders in Nederland gerekend kan worden. Hoewel vaker waargenomen, blijven parelmoervlinders zoals de keizersmantel zeldzaam. Mooi dat we hem in Heemstede konden kieken: een goed teken.
Bramenstruiken
De rupsen van de keizersmantel leven op viooltjes. De vlinder zelf wordt aangetrokken door bramenstruiken. En dat klopt, want in Leyduin waren wij getuige van een keizersmantel die rond de bramenstruiken fladderde. Let er maar eens op. De keizersmantel kent maar een vliegtijd: van juni tot en met augustus, soms uitlopend naar september.
Foto’s boven en onder: De keizersmantel, in dit geval een mannetje, in de tuin van de redacteur. Foto’s: Bart Jonker.
